maandag 29 maart 2010

Kunst is mensenwerk maar ontstijgt de maker ervan

Kunst en beelden stijgen boven de maker uit. Ze hebben een eigen bestaansrecht die verder gaat dan de maker. Een goed werk is niet terugredenerend naar de maker ervan. Trucjes, maniertjes, stijlicoontjes, wat dan ook maar naar de maker herleidt, is ondermijnend aan wat een goed kunstwerk vermag.

Iets anders is dat een beeld typerende stijlkenmerken heeft van de maker ervan. Dit is de resultante van het innerlijk proces dat bij de beeldhouwer leidt tot de schepping van een voor hem origineel werk. Door niet te denken, lees nabootsen, maar te doen en te luisteren naar het innerlijk komt de kunstenaar tot geëigend nieuw werk.

Ergens heb ik gelezen dat de scheppingskracht sterker is dan de kunstenaar. Is het dat niet, dan is het zwak en is er sprake van een welwillend talentje.

Waarom schrijf ik bovenstaande? Het is een reactie op een discussie die ik had met een beeldhouwer. We kennen beiden vele collega's en hun werk en beseffen dat we een mening hadden over wat een goede en een niet goede beeldhouwer is. Centraal stond hierbij de uitkomst dat er sprake moest zijn van authenticiteit; authenticiteit staat voor werken vanuit het innerlijk en dat de beelden het verhaal vertellen, en niet de beeldhouwer. De beeldhouwer is van ondergeschikt belang. Daarbij komt dat nabootsen het verzamelen van invloeden en deze invloeden bedoeld versmelten tot iets 'eigens', een verwijzing is van veel ambitie maar weinig talent. Tegelijkertijd beseften we dat we dan wel een mening hebben over wat goed is als beeldhouwwerk maar dat dit zeer persoonlijk is. Er is geen objectief instrument te bedenken dat goed van niet goed beeeldhouwwerk kan onderscheiden. Slecht beeldhouwwerk is eenvoudiger te duiden, als je de meetlat instelt op ambachtelijkheid, authenticiteit, transparantie en vormgevoel. Als deze punten worden gebruikt dan kun je een eind komen bij het kijken naar beeldhouwwerken.




zaterdag 13 maart 2010

Tijd

Vanavond bij vrienden geweest die ik al lang ken. We werden verrast met een korte diavoorstelling. Twintig jaar samen was het thema. De presentatie duurde 5 minuten, effectief dus. Voor mij was het een feest van herkenning omdat ik veel van hun vastgelegde momenten kon plaatsen in mijn eigen tijdsbeleving. Terwijl ik naar de foto's keek, koppelde ik dit aan wat beeldhouwen is als je het afzet tegen wat tijd is bij de realisatie van een beeld. Het maken van een beeld is voor de beeldhouwer het belangrijkste. In het tijdsbestek van dit proces wordt niets iets. Van blok naar beeld, van vormloos naar bekenisvol, van passief naar actief.

Echter, als een beeld is gerealiseerd, is de beeldhouwer al weer verder met zijn scheppingsdrang. Droom, idee, verwezenlijking en dit leidend tot een stroom van beelden die voor de beeldhouwer een beweging in tijd is maar voor het individuele beeld slechts een begin. De beeldhouwer neemt afstand het beeld zoekt zijn betekenis bij anderen. Alles dat een rol heeft gespeeld tijdens het maken van het beeld staat los van het beeld.

Ontrouw aan de beeldhouwer is het beeld dat zich richt op diegene die zich opwerpt als bezitter van wat ooit een droom, idee was van de schepper ervan. Wat zich daarna ontwikkelt, is een beweging in de tijd die zich voor het beeld kan uitstrekken tot een oneindig avontuur. Waar komt het beeld te staan, wie zal het bezitten en door wie wordt het bewonderd of verguisd?

Twintig jaar van trouw aan je partner kan bezegeld worden door een cadeau van een tweeduizend jaar oud boeddha beeldje uit Thailand. De maker van het beeldje is ondergeschikt.
In het nu heeft het beeldje nog evenveel zeggenschap en bezegelt het iets wat voor 2 mensen het meest waardevol is. Niet meer dan een instrument van een betekenis in de toekomst is de beeldhouwer.

Mijn blauw granieten beelden zijn gemaakt voor altijd. Dump ze in de zee, gooi ze op de stort, begraaf ze, het maakt niet uit. De beelden blijven en versterken zich zelf in de tijd. Nederigheid past de beeldhouwer. Het beeld mag hooghartig zijn als overlever en getuigen van de tijd die veranderd en de betekenis van het beeld aanpast aan de tijdsgeest. De betekenis is een zaak van toevalligheden. Er hoeft maar een invloedbaar persoon te zijn die stelt dat iets goed en bijzonder is en andere volgen. Niets wordt iets, wordt verbijzonderd en krijgt waarde. Verandert daardoor het beeld? Nee, maar wel de ideevorming inzake het beeld. Is dat belangrijk voor de beeldhouwer? Voor sommigen wel; zij streven bij leven al naar erkenning als beeldhouwer. Ze doen er alles aan om onder de aandacht te komen, het gaat om hén en het beeld is hiervoor het vervoermiddel. Andere vinden het onbelangrijk en zijn bezig met het maken van kunst. Het beeld verdient erkenning, de beeldhouwer is hieraan ondergeschikt. Hoe ik hier zelf insta heeft u al wel begrepen en anders leert de tijd het wel.