woensdag 10 februari 2010

De lucht van tweehonderd jaar

Hoe ruikt tweehonderd jaar? Dat is de vraag die ik me, al hakkend in een houten balk, stelde. Rare vraag wellicht? Er zijn echter wel meer vreemde vragen die zich aandienen als ik aan het werk ben. Vragen leiden tot antwoorden, dus rare vragen moeten iets extra's opleveren. Maar nu de tweehonderd jaar-vraag of beter nog de tweehonderd-vraag en daarbij de vijftig jaren-vraag. Lekker vaag en dat is het.


Als jongetje van zeven jaar had ik een vriendje, Kees. Kees' vader was molenmaker. Een zeer oud ambacht waar bij de kennis van vader op zoon overging. Het bedrijf bestond uit een handwerkplaats en een werkplaats met machines. De machines werden aangedreven door een zogenaamde langeslag-motor. Per minuut een slag of 20 was al veel. Een geluid om nooit te vergeten, al kan ik niet beschrijven hoe het geluid precies was. Vanaf de motor liepen lange aandrijfriemen van leer door de werkplaats die ieder een eigen omslagtijd hadden. De aandrijfriemen maakte ieder een eigen geluid als de riemlas over de aandrijfstang ging.
Het gehele skelet van een nieuwe molen werd er gemaakt en in elkaar gezet en de wieken werden er ook vervaardigd. Grote balken hout van respectabele omvang werden verzaagd en op maat gemaakt, waarbij de onderlinge verbindingen werden ingeboord en met handbeitels pas gemaakt. Enorme beitels werden ervoor gebruikt waarop driftig werd geslagen met grote houten hamers. Ook het geluid hiervan is in mijn geheugen gegrift. Het ritme van zowel de aandrijfriemen als de slagen van de houten hamers, samen met de langeslag-motor was als een muziekstuk. Was ik maar drummer, dan wist ik het wel!

Maar naast de geluiden in de werkplaats was er de lucht van vers gezaagd hout. Zaagsel en houtkrullen op hopen zo hoog dat er in te schuilen viel, en dat was wat we deden. Weggekropen onder de houtkrullen langzaam ademend de lucht van het hout in je op nemen, en met je mee nemen. Het bleef aan je hangen, niet alleen het zaagsel maar ook de lucht. Later in bed nog even nagenieten van wat er die dag was gebeurd. Dat is de jaren vijftig lucht voor mij en nu vandaag, hakkend in een balk van meer dan tweehonderd jaar oud, komt die lucht weer terug.


De balk waarin ik werk komt uit het vierkant van een gesloopte boerderij. De boerderij is minstens tweehonderd jaar geleden gebouwd en toen is er dus ook gewerkt aan de balk waar ik nu een beeld van maak. Ook toen moet er die lucht van vers gezaagd hout zijn geweest. Misschien was er ook een jongetje dat genoot van die lucht en speelde met de houtkrullen?

Het hele huis ruikt nu naar vers gezaagd hout en we genieten ervan . Mmmm zegt mijn vrouw als ze thuis komt wat ruikt het toch lekker. Wat ben je aan het doen vraagt een vriend, het ruikt hier wel erg lekker. De lucht van tweehonderd jaar zeg ik dan maar. Nostalgie is me niet vreemd, al is het maar om even te kunnen mijmeren en te denken, waar blijft de tijd.

2 opmerkingen:

  1. Leuk bericht Jan, de lucht van 200 jaar. Je andere verhaal over de grote glimmende guts ook al zo van genoten! Tot snel, groet Laura

    BeantwoordenVerwijderen
  2. dank je Laura. Zie je snel.
    Groeten Jan

    BeantwoordenVerwijderen